724
11 JUNI 1979
de heer Eissens het lef vandaan haalt om te zeggen
dat de woningbouwverenigingen één inschrijvingsbu
reau moeten helpen oprichten, terwijl zijn eigen
fractie elke keer voor het verkopen van goedkope
huurwoningen stemt.
De heer EISSENS: De heer Garritsen haalt weer
van alles door elkaar. Ik heb alleen maar aan het
adres van de woningbouwverenigingen gezegd dat wij
het plezierig zouden vinden als zij zich indien
enigszins mogelijk houden aan de urgentienormen
die ook door de gemeente worden toegepast. Wij heb
ben namelijk wel eens de indruk dat men wat dat be
treft niet altijd op één golflengte zit, vandaar
dat wij hebben gepleit voor een duidelijk beeld
van hetgeen de woningbouwverenigingen precies doen.
De heer Garritsen haalt echter alles door elkaar
en het is erg moeilijk om op die rijstebrij nog
een antwoord te geven.
De heer GARRITSEN: U plaatst uw opmerkingen
duidelijk in het kader van het aantal huurwoningen
dat toegewezen kan worden en ik vind dat het C.D.A.
een merkwaardige politiek voert als het zelf pleit
voor het verkopen van goedkope huurwoningen, zelfs
aan niet-eigenaren. Dit is geen rijstebrij maar
een duidelijke vraagstelling: waarom gaat de frac
tie van het C.D.A. steeds weer akkoord met het ver
kopen van goedkope huurwoningen? Ik zou daar graag
een antwoord op hebben.
De heer EISSENS: Ik mag toch antwoorden op het
moment dat het mij goed uitkomt, of niet soms?
De heer GARRITSEN: Uw zwijgen is wel duidelijk.
Als het C.D.A. zulk een politiek bedrijft, kan het
zijn opmerkingen aan het adres van woningbouwver
enigingen beter achterwege laten.
Wat de parkeergarages in nieuwe woongebieden
betreft schijnt het C.D.A. zien alleen over de in-
en uitgangen druk te maken en niet over de plaats