726
11 JUNI 1979
De heer GARRITSEN: Het gaat er heel concreet
om dat het percentage woningwetwoningen de afgelo
pen jaren enorm is "ingezakt" terwijl ook het aan
tal te bouwen woningen sterk is achtergebleven. In
vergelijking met het Stadsgewestelijk woningmarkt
onderzoek hebben wij vanaf 1973 tot eind 1978 een
achterstand opgelopen van afhankelijk van het
model dat je kiest 1.800 tot 2.800 woningen,
maar ik heb het C.D.A. nooit iets over die achter
stand horen zeggen. Ik heb nooit van het C.D.A. ge
hoord hoe het deze achterstand denkt in te halen en
ik heb nooit van het C.D.A. gehoord welke woningen
in dat verband gebouwd zouden moeten worden.
De heer TEN WOLDE: Wij moeten hier geen emoti
onele politieke betogen houden, wij moeten ons als
raad afvragen hoe een dergelijke achterstand heeft
kunnen ontstaan.
De heer GARRITSEN: Ik heb daar herhaaldelijk
naar gevraagd, ook in de richting van de wethouder
en ik heb antwoorden gekregen die volgens mij ner
gens op berusten.
De heer TEN WOLDE: U weet dus kennelijk het
antwoord op de vraag, hoe deze situatie heeft kun
nen ontstaan!
De heer GARRITSEN: Ik vind het erg leuk dat
het C.D.A. de zaak op zo'n lacherige manier afdoet,
maar het gaat hier concreet om 1.800 woningen die
niet gebouwd zijn en waar de C.D.A.-fractie zich
nog nooit ernstig in heeft verdiept. Het ernstig
ste vind ik echter dat de C.D.A.-fractie stelsel
matig weigert om met wijkcomités, die direct met
de plannen te maken hebben, een gesprek over haar
standpunt aan te gaan.
De heer EISSENS: Mijnheer Garritsen, nu doet
u weer beweringen die u niet waar kunt maken! Wij
hebben nog nooit geweigerd om met een wijkcomité