11 JUNI 1979
731
mij af hoe wij de problemen in de komende tijd met
elkaar moeten oplossen. Ik heb het daar werkelijk
moeilijk mee. Wij lóssen de woningnood niet op met
kretologie; zelfs als het financiële kader ruimer
zou zijn dan collega Broeders zoeven op voortreffe
lijke wijze duidelijk heeft gemaakt, dan bouwen wij
nog geen woningwetwoning méér in Breda. Dat is mijn
heilige overtuiging, begaan als ik ben met dezelf
de problematiek als door de heer Crul terecht op
tafel wordt gelegd. Wij bouwen niet meer woningwet
woningen, want wij krijgen geen rijksfinanciering
en het kan gewoon niet! Dit is geen kwestie van met
de handen omhoog rond de collegetafel zitten, het
is puur realiteitsbesef. Het is net zoals de heer
Ten Wolde zei: morgen 38 bouwen of overmorgen
niets. Dat is mijn optiek en ik vind opmerkingen
over een falend beleid minstens discutabel, zo
niet onjuist.
Waar willen wij met de binnenstad naartoe? In
de eerder genoemde optiek willen wij toe naar de
invulling van de binnenstad conform de besluitvor
ming van uw raad in het verleden. Wij streven ook
naar een woninginvulling en wel in de differentia
tie die u vanavond hopelijk gaat vaststellen. Dat
betekent 38 sociale woningbouw. In de opmerkin
gen van de heer Crul wordt de suggestie van een
O-variant gewekt, maar het gaat hier wel degelijk
om 38 en daar willen wij naartoe.
Ik vind het jammer dat men niet meer aandacht
heeft besteed aan een aantal punten dat door mijn
fractievoorzitter naar voren is gebracht en dat
door mij is ondersteund. Ook is men niet ingegaan
op mijn verzoek, ons toch meer te richten op die
categorie woningbouw in het sociale woningbouwpro
gramma die de moeilijkheden met de hogere huur op
voorhand niet in die mate hebben als de doorsnee
woningwetwoningen, waarbij ik op de verruimde sub
sidietabel heb gewezen. Ook vind ik het jammer dat
men kennelijk geen kennis heeft genomen van mijn
uitspraak dat wij alles op alles zullen zetten om
binnen het financieel kader op de betreffende vier