742
11 JUNI 1979
willen u daarom verzoeken een derde instantie in
te lassen, hetgeen zou kunnen gebeuren op grond
van artikel 18, lid 1, van het Reglement van Orde.
Het is onze bedoeling een korte toelichting te ge
ven op een door ons in te dienen motie, die aan
sluit op de beide instanties die wij achter de rug
hebben. Het was niet mogelijk die motie in te die
nen voordat duidelijk was hoe de raad dacht over
onze voorstellen en die van het college. Bij dezen
verzoeken wij u dus om een derde instantie ten be
hoeve van het indienen en kort toelichten van een
motie
De VOORZITTER: Mijnheer Crul, ik moet u eer
lijk zeggen dat ik, gezien de feiten die voor ons
liggen en de standpunten die door de gemeenteraads
leden zijn ingenomen, geen reden zie voor de in
voering van een derde instantie. Natuurlijk kan bij
de besluitvorming over de verschillende voorstel
len een korte stemverklaring worden afgelegd.
De heer CRUL: Wij hebben de discussie in twee
instanties gebruikt voor het nader toelichten van
onze voorstellen en het becommentariëren van de
voorstellen van het college. Nu moeten wij vast
stellen dat onze voorstellen niet geaccepteerd zul
len worden. Gezien de uitlatingen van C.D.A. en
V.V.D. constateren wij dat men de ernstige woning
nood wel onderkent en omdat het moeilijk is in de
binnenstad andere maatregelen dan de voorgestelde
te nemen, hebben wij aanvullende voorstellen die
voor ons van essentieel belang zijn met betrekking
tot de toekomstige discussie in deze raad. Dit
geldt zowel voor de kwestie van de volkshuisves
ting als voor de daarmee samenhangende politieke
aspecten. Wij hebben dit in een motie verwoord en
die motie zouden wij in een derde instantie aan
de raad willen aanbieden en kort willen toelichten.
De VOORZITTER: In dat geval moet ik de raad
vragen of hij bereid is om op grond van de