11 JUNI 1979 743 mededelingen van de heer Crul een derde instantie in te lassen. Dit is mogelijk op grond van artikel 18 van het Reglement van Orde en de beslissing ligt zoals te doen gebruikelijk bij de raad. De heer EISSENS: Wij zouden slechte partijpo litiek voeren als wij niet op z'n minst kennis zou den willen nemen van hetgeen de heer Crul te zeggen heeft. De heer Crul zal wel begrijpen dat wij daar na behoefte hebben aan een korte schorsing om te bezien hoe wij ons ten aanzien van hetgeen wij voorgeschoteld krijgen zullen moeten opstellen. De heer TEN WOLDE: Wij hebben nu behoefte aan een korte schorsing. De heer GARRITSENHet is mij niet helemaal duidelijk met welk voorstel de P.v.d.A. gaat komen, maar ik denk dat het een motie van wantrouwen zal zijn en ik vraag mij af of men daarvoor een derde termijn nodig heeft. De VOORZITTER: Als dat het geval zou zijn, wilt u zeker ook wel schorsing? De heer GARRITSEN: Zeker! De VOORZITTER: Ik schors de vergadering voor enkele minuten. SCHORSING. De VOORZITTER: De vergadering is heropend. De heer TEN WOLDE: Gezien de belangen van dit raadsdebat willen wij de heer Crul een zij het beperkte gelegenheid geven om zijn standpunt in dezen toe te lichten. De VOORZITTER: Ik concludeer dat de raad met algemene stemmen het verzoek van de heer Crul om

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 743