11 JUNI 1979
747
SCHORSING.
De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering.
In de derde termijn kan over de motie van de
heer Van de Steenoven worden gesproken.
De heer EISSENS: Het ligt niet aan mij dat
wij nu midden in de nacht nog bij elkaar zitten,
maar u kunt ervan op aan dat de gebruikte tijd no
dig is geweest om het verrassingselement in de op
stelling van de P.v.d.A. te verwerken. Het zal de
P.v.d.A. wel niet verbazen dat wij de motie, na
haar serieus te hebben bezien, onaanvaardbaar ach
ten. Ik wil dat graag namens mijn fractie met een
aantal redenen omkledenDe punten 1 en 2 van de
motie zijn partij-politiek geladen opmerkingen en
de P.v.d.A. kan nauwelijks serieus verwachten dat
wij daar onze handtekening onder zullen zetten.
Wat punt 3 betreft taxeert de P.v.d.A. de uitslag
mijns inziens goed, in die zin dat de meerderheid
van de raad de bouw van een hoger percentage wo
ningwetwoningen inderdaad niet uitvoerbaar zal ach
ten. Punt 4 heeft betrekking op het compenseren
van het tekort aan woningwetwoningen in de Haagse
Beemden. Mijn partij is van mening dat eerst aan
de hand van een onderzoek zal moeten worden vast
gesteld of er meer woningwetwoningen kunnen worden
gebouwd en dat wij ons er vervolgens van verzekerd
zullen moeten weten dat de financiering van de
kant van het rijk ons zal worden toegezegd. Dan
pas kunnen wij verdere beslissingen nemen en het
is dus prematuur om op dit moment al over compen
satie te spreken
Men geeft het college in overweging 575 woning
wetwoningen te realiseren. Wij hebben deze aangele
genheid vrij langdurig besproken en bestudeerd,
dus hoe kan men dan van ons verwachten dat wij ons
kunnen vinden in een dergelijk getal dat plotse
ling op tafel wordt gelegd? Wij kunnen ons über
haupt niet vinden in getallen die verder gaan dan
de 38 op basis van onze optiek, dat het