11 JUNI 1979
753
Vervolgens worden de 4 door de P.v.d.A.-frac
tie ingediende moties gezamenlijk in stemming ge
bracht en met 20 tegen 11 stemmen verworpen.
TEGEN stemmen: de heren Van Asseldonk, De
Raaff, Van Dongen, Eissens, mevr. Den Ouden, de he
ren Taks, Van Banning, Ten Wolde, mevr. Saelman,
de heren Brooimans, Van den Wijngaard, De Brouwer,
Goos, Veelenturf, Peeters, Van Dun, Broeders, mevr.
Van Rooij, de heren Gielen en Sandberg.
VOOR stemmen: de heren Crul, Welschen, mevr.
Paulussen, de heer Hendriksen, mevr. Muntjewerff,
de heren Garritsen, Martens, Dreef, Oomen, Van de
Steenoven en Paquay.
De VOORZITTER: Dan komen wij bij de besluit
vorming over de "binnenstadsvoorstellenAller
eerst is aan de orde het onder A genoemde voorstel.
De heer CRUL: Ik wil graag een stemverklaring
afleggen over de voorstellen die nu in stemming
komen. De verwachte besluitvorming over de binnen
stadsvoorstellen betekent naar de opvatting van de
P.v.d.A.-fractie dat de woningnood voor de grote
groep van burgers, die op woningwetbouw is aagewe-
zen, zal worden vergroot. Het afwijzen van onze
laatste, in derde instantie ingediende motie met
betrekking tot compenserende maatregelen elders in
de stad en in de Haagse Beemden en de besluiten die
de raad zo meteen ten aanzien van de binnenstad
zal gaan nemen, betekenen dat de P.v.d.A. zich in
de bouwplannen voor Breda op een essentieel onder
deel van het beleid onvoldoende kan herkennen. Het
gevoerde woningbouwbeleid is voor ons als P.v.d.A.-
fractie moeilijk te aanvaarden en wij vinden het
in deze omstandigheden noodzakelijk ons op de situ
atie te beraden, zowel intern als met de leden.
Dit beraad zal zo spoedig mogelijk plaatsvinden en
onder meer betrekking hebben op het toetsen van het
programakkoord aan het gevoerde en nog te verwachten