754 11 JUNI 1979 beleid, op de collegiale verhoudingen in raad en college en op de college-samenstelling. Wij zijn van plan om, nadat dit interne beraad heeft plaats gevonden, de andere fracties uit te nodigen ten einde over het resultaat van genoemd beraad over leg te plegen. Voor wat betreft de voorstellen zal het duidelijk zijn dat wij de plannen met betrek king tot de sanering van het grondbedrijf en de bouwlocaties zullen afwijzen. Hetzelfde geldt voor het voorstel inzake de parkeergarage. Voor wat be treft de Spoorbuurt-West en het sociaal plan kun nen wij met de voorgestelde besluitvorming instem men De heer GARRITSEN: Ik meen duidelijk genoeg te kennen te hebben gegeven waarom ik mijn stem niet aan dit voorstel kan geven. Mevrouw SAELMAN-BOELEND166 is ook tegen het voorstel om de steeds door ons naar voren gebrachte redenen. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel onder A besloten, onder aantekening dat mevrouw Saelman, de heer De Brouwer en de heer Gar- ritsen geacht willen worden te hebben tegenge stemd. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel onder B besloten. De VOORZITTER: Met betrekking tot het voor stel onder C moet ik de raad mededelen dat de com missie sociale zaken hierover niet heeft geadvi seerd; het betreft hier een foutje in de aanhef van het besluit. De heer DE BROUWER: Onze fractie wenst geacht te worden tegen dit voorstel te hebben gestemd. De heer GARRITSEN: Datzelfde geldt voor mij.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 754