781
21 JUNI 1979
orde moet komen. Volgens mijn inlichtingen heeft
de gemeente met betrekking tot de schuilkelder
voorzieningen advies aan de rijksoverheid gegeven.
Aan de ontvangst van 6 miljoen in twee jaar tijd
heeft een advies van de gemeente ten grondslag ge
legen. De gemeente heeft op het uitkeren van de
gelden aangedrongen. Als je nu tegelijkertijd zegt
dat in het kader van het regeringsbeleid iedere
inwoner zijn eigen schuilgelegenheid moet zoeken
en dat dat voldoende is, moet je dat naar mijn me
ning ook kenbaar maken aan de rijksoverheid. Ik
vind dat je de 6 miljoen niet moet aanvaarden en
dat je erop moet wijzen dat dat bedrag volstrekt
verkeerd is uitgegeven.
De VOORZITTER: Dat is hetzelfde als wat u zo
juist zei.
De heer GARRITSENMaar ik heb er geen ant
woord op gekregen
De VOORZITTER: De heer Broeders wil nog een
opmerking maken.
Wethouder BROEDERS: Ik moet zeggen dat ik het
helemaal niet begrijp. Er is een besluit genomen
met betrekking tot de schuilkelder. De schuilkel
der kost geld en is gebouwd met rijksgelden, waar
bij is gebleken dat het aanbrengen van de schuil
keldervoorzieningen iets meer heeft gekost dan wij
hebben gekregen. De gemaakte kosten worden zowel
aan de uitgaven- als aan de inkomstenkant geraamd.
Als we nu aan de rijksoverheid te verstaan zouden
geven misschien zou men er daar blij mee zijn
dat we het geld niet willen hebben, zouden we
de kosten zelf moeten betalen, hetgeen dan in de
begrotingswijziging tot uiting zou moeten komen.
De opdrachten zijn immers gegeven en de werken zijn
uitgevoerd. Wanneer men nu zegt dat dat niet had
moeten gebeuren, houdt men zich bezig met een vorm
van nakaarten die praktisch-financieel geen enkele
zin en geen enkele betekenis heeft.