789 21 JUNI 1979 opstelling in Breda en de voorstellingen die het geeft, nog meer subsidie zou krijgen. Wij vinden dat men op een heel goede manier bezig is, door juist mensen die op dit ogenblik nog geen mogelijk heden hebben om zich te organiseren en een "stem" te krijgen voor wat ze willen zeggen, hulp te bie den. Naar aanleiding van het voorstel zouden we nog willen vragen of zich na de commissievergade ring met betrekking tot de huisvesting van het Ak- tiverend Volkstheater nadere hopelijk positieve ontwikkelingen hebben voorgedaan. De heer GARRITSEN: Het voorgestelde besluit komt niet helemaal overeen met hetgeen het Aktive- rend Volkstheater heeft gevraagd. Gezien de voor voorstellingen benodigde bedragen, moet er behoor lijk wat worden bijgelegd en dat gebeurt dan met name door instellingen en groepen die vaak weinig draagkrachtig zijn. Ik zou dan ook willen vragen de heer Oomen heeft een opmerking gemaakt die enigszins in dezelfde richting ging of er niet iets meer subsidie af kan. We kunnen constateren dat er wordt beknibbeld op bedragen die voor de betrokken groepering, wil zij bestaansrecht hebben hard nodig zijn. De uitgangspunten die Breda han teert, houden in dat regionaal optredende groepen voor wat huisvesting en dergelijke betreft op sub sidie van de provinciale overheid aangewezen zijn. Als dergelijke groepen echter in Breda gevestigd zijn, lijkt het mij zinnig dat Breda althans een gedeelte van de bedoelde kosten voor zijn rekening neemt. Ik acht het wenselijk dat de geldende uit gangspunten nog eens ter discussie komen. Er wor den in de raad iedere keer weer subsidieverzoeken van allerlei organisaties afgewezen. Naar mijn me ning stelt het college zich, door de uitgangspun ten onverkort te handhaven, vrij star op. Ik dring er bij het college op aan zijn standpunt te her zien en met nieuwe voorstellen bij de raad te ko men. Wethouder SANDBERG: De heer Oomen heeft zich

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 789