793
21 JUNI 1979
spreken vanaf morgen voor de instandhouding van
alle landelijk opererende toneelgezelschappen een
subsidietitel vinden. Het gaat er met name om ac
tiviteiten die een relatie tot de gemeenschap van
Breda hebben, financieel te ondersteunen. Je kunt
dan zeggen dat je elke voorstelling als zodanig
gaat subsidiëren. Wij hebben juist, begrip hebbend
voor het feit dat vaak dergelijke gezelschappen
geen titel hebben om bij de provincie of bij de
rijksoverheid vanwege hun huisvesting tot subsidi
ering te geraken, met deze gezelschappen afgespro
ken dat we tot normering van hun activiteiten in
Breda zouden komen. Aan de hand van de afspraak
dat een gezelschap een bepaald aantal keren op
treedt, fixeren wij onze subsidie. Dat betekent in
dit geval dat het Aktiverend Volksteater kan reke
nen op een subsidie van 6.000,per jaar, ook
wanneer het acht keer speelt of wanneer het even
tueel twaalf keer zou spelen. Het is de bedoeling
dat in ieder geval een subsidiegrondslag wordt ge
vonden, op basis waarvan Aktiverend Volksteater
een planning voor het toekomstige jaar kan maken,
zonder dat het uitsluitend afhankelijk is van het
aantal voorstellingen. Dit is de achtergrond van
de gedragslijn die wij volgen.
Mocht in de toekomst blijken dat het aantal
activiteiten in onze gemeenschap drastisch wordt
opgevoerd, dan is dat een reden voor verhoging van
de gefixeerde subsidie. De keerzijde van de me
daille is overigens dat, wanneer een dergelijk ge
zelschap niet in Breda zou optreden of zijn acti
viteiten belangrijk zou gaan matigen, een eventue
le verlaging van de subsidie ter sprake zal moeten
komen. Het gaat erom we in ieder geval niet de ge
zelschappen aanmoedigen om in het enkele feit dat
ze hier ter stede gevestigd zijn, een subsidieti
tel te gaan zoeken. In dat geval zouden namelijk
de landelijk opererende gezelschappen alle een
soort administratieve huisvesting in Breda zoeken,
wat dan voldoende titel zou zijn op grond waarvan
de gemeenteraad van Breda de instandhouding van