797 21 JUNI 1979 eerste gedeelte gaat onze fractie zeer zeker ak koord. Tot onze vreugde is erin opgenomen dat het de bevoegdheid van het college blijft in bijzon dere gevallen ter beoordeling van het college bij voorbaat een kavel toe te wijzen. Ten aan zien van het tweede gedeelte, de verkoop van ge meentepanden, vind ik het persoonlijk een goede zaak dat in punt d is opgenomen dat ook de huidige huurder gegadigde van een object kan zijn. De heer CRUL: Met het eerste deel van het voorstel hebben wij geen moeite, maar wij tekenen erbij aan dat wij bij individuele verkopen van grond de door ons al eerder genoemde criteria zul len hanteren, te weten de grootte van de kavels wij dringen aan op de uiterste soberheid de bouwprijs van de woningen en de mate waarin de verkoop een bijdrage tot een oplossing van de wo ningnood levert. Met betrekking tot het tweede deel van het voorstel vraag ik mij af of de heer Goos alleen voor zichzelf heeft gesproken die indruk vestigde hij of dat hij namens de C.D.A.- fractie het woord voerde. Over deze kwestie is tijdens de behandeling van de binnenstadsplannen nogal uitvoerig gesproken, waarbij ik een uitspraak van de heer Eissens heb genoteerd, inhoudende dat wij met de verkoop van in ons bezit zijnde wonin gen, zeker als zij betaalbare huren hebben, voor zichtig moeten zijn. Ook de heer Ten Wolde heeft zich, voor zover ik mij herinner, in zekere zin in die richting uitgelaten. Nu wordt voorgesteld te besluiten dat in de Haagse Beemden de verkoop van gemeentepanden onder bepaalde voorwaarden kan plaatsvinden, gaat het opnieuw om verkoop, terwijl wij een andere oplossing wenselijk achten. Ik zou dan ook aan de CDA.-fractie willen vragen als de heer Goos namens die fractie heeft gesproken, is het antwoord wellicht al gegeven De heer GOOS: Het kan aan het weer liggen, maar- ik denk dat de heer Crul bar slecht heeft ge luisterd. Ik ben begonnen met te zeggen dat het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 797