21 JUNI 1979
802
hebben zich met het voorstel niet kunnen verenigen.
Ik zou graag vernemen of dit voor beide onderdelen
van het voorstel geldt en welke motieven voor die
twee leden van het college doorslaggevend zijn ge
weest
Wethouder VAN DUN: Het is misschien symptoma
tisch, maar de functie van het college wordt hoe
langer hoe onnutter! De heer Crul stelt vragen aan
de heer Eissens, de heer Van Duijl aan de heer
Crul en de heer Ten Wolde aan mevrouw Saelman;
voor de beantwoording namens het college blijft
eigenlijk niet veel over. Aan het adres van mevrouw
Saelman kan ik mededelen dat de panden reeds zijn
bekeken. Het gaat om panden die eigendom van de
gemeente zijn en die wij voor de uitvoering van de
plannen niet nodig hebben. Maatregelen om de pan
den geschikt te maken voor functies in het kader
van de door de heer Crul genoemde complementaire
voorzieningen, zijn niet op te brengen. Er is hier
geen beleidswijziging in het geding, maar om een
pand regulier te kunnen verhuren zijn investerin
gen nodig die tot een bijna niet op te brengen
huurprijs zouden leiden. De enige oplossing is het
beperkt aantal panden waar het om gaat, uit te ge
ven aan mensen die bereid zijn de panden te kopen
en die ze gedurende een aantal jaren fasegewijs
gaan opknappen. Dit is de achtergrond van het ge
heel. Het beleid is mijns inziens niet gewijzigd,
maar er wordt een verstandig beleid gevoerd.
De heer Garritsen heeft een vraag gesteld
over het standpunt van de twee P.v.d.A.-leden van
het college. Deze leden zijn het niet eens met het
voorstel onder b.
De heer GARRITSENIk vroeg ook naar de mo
tieven
Wethouder VAN DUN: We hebben afgesproken dat
er één woordvoerder namens het college zou zijn en
ik meen te mogen zeggen dat de mening van de twee
betrokken leden van het college niet verschilt van