805
21 JUNI 1979
geworden dat de bedragen die bekend zijn niet zo'n
exact karakter dragen, dat de mogelijke aannemer
eruit kan afleiden waar hij naartoe moet rekenen.
De heer GARRITSEN: Dit antwoord bevredigt mij
niet zo erg en ik maak eruit op dat ook de heer
De Raaff al eens een dergelijke vraag heeft geop
perd. Ik krijg de indruk dat, als men de bedragen
wat nauwkeuriger invult en een beetje uitsplitst,
het vertrouwelijk ter inzage leggen achterwege kan
blijven. De handelwijze die nu wordt gevolgd,
houdt eigenlijk alleen maar in dat het begroten
door een bedrijf een beetje moeilijker wordt; de
uiteindelijke bedragen zijn echter toch bekend. Je
zou bijna kunnen zeggen dat het hier om een stuk
service aan het bedrijf gaat, maar als er dan
toch ondershands wordt aanbesteed, is het mij vol
strekt onduidelijk waarom deze weg wordt bewandeld.
Wethouder DE RAAFF: Het is een beetje anders
dan de heer Garritsen denkt. Op grond van ons ter
beschikking staande gegevens proberen wij een be
groting te maken en bedragen voor bepaalde activi
teiten te ramen. Dit betekent niet dat een aanne
mer die de werkzaamheden wil uitvoeren, tot pre
cies hetzelfde bedrag komt. Wij moeten een toet
singsmiddel hebben om te weten of een aannemer te
veel of te weinig rekent, maar we hoeven hem na
tuurlijk niet voor te rekenen wat hij moet opvoe
ren.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkom
stig het voorstel van burgemeester en wethou
ders besloten, onder aantekening dat mevrouw
Saelman-Boelen en de heren De Brouwer en Gar
ritsen geacht willen worden tegen punt 2 te
hebben gestemd.
20. bijlage nr. 179.
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT
HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN AANVULLEND
KREDIET VOOR DE AANSCHAF VAN EEN BESTELAUTO
T.B.V. DE B.S.W. (R)