819 21 JUNI 1979 bepaalde punten even wat vooroverleg pleegt. Ik ken de sfeer binnen de raad van beheer niet exact en of vooroverleg nodig is, weet ik niet, maar ik kan mij voorstellen dat deze suggestie van de heer Van Asseldonk verdient te worden gevolgd. Over be stemmingsplanwijzigingen die eventueel in de toe komst aan de orde komen, hebben we nog geen con tact gehad. Opmerkingen daarover lijken mij overi gens op dit ogenblik, aangezien we geen principe besluit nemen, prematuur. De heer Brooimans heeft mij een tikkeltje in verlegenheid gebracht. Enerzijds heeft hij gezegd dat zijn fractie over de stukken geen oordeel heeft kunnen geven, omdat zij tot het laatst toe binnenkwamen, terwijl aan de andere kant door eigenlijk dezelfde mensen in de commissie voor jeugd en sport is gevraagd alle stukken die van belang konden zijn te blijven toesturen. Ik heb toen gezegd: "Ik zal dat doen, al moet het tot de laatste vijf minuten." Ik begrijp echter dat dat nu juist de problemen is gaan opleveren. Het is een beetje vervelend dat deze situatie is ontstaan. De stukken waar het om gaat, zijn ook niet strikt nieuw. Zo hebben we bijvoorbeeld in de commissie vergadering bedragen genoemd, waaraan later brie^- ven en namen zijn toegevoegd, terwijl enige bedrag gen zijn gepreciseerd. Voorts is een fotokopie overgelegd van een reactie, die in de commissie vergadering in hoofdlijnen al bekend was gemaakt. Ik denk dan ook dat er inhoudelijk weinig nieuws ter tafel is gekomen; het enige punt dat er inhouw delijk tussendoor is gekomen, is de kwestie van de Sp.A.R. en wij menen dat het daarbij om dermate korte en duidelijke informatie gaat, dat de ver-- werking ervan zonder meer mogelijk is. Andere in^ formatie hebben wij later ontvangen en later door-- gestuurd, terwijl zij inhoudelijk eigenlijk al wel bekend was. De heer EISSENS: Ik wil er geen misverstand over laten bestaan dat de commissieleden door de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 819