825 21 JUNI 1979 echter voor de N.V. niet mogelijk. Hierbij is na tuurlijk ook aan de orde dat je het bad in eigen beheer zou moeten krijgen. Wij betreuren het dat over dat alles geen besprekingen meer kunnen wor den gevoerd, maar voor het overige kunnen we met het voorstel akkoord gaan. De heer MARTENS: Ik laat mij niet in de ver leiding brengen om inhoudelijk op de vraag "wel of niet renoveren?" in te gaan. Die vraag zal op 16 augustus ongetwijfeld aan de orde komen. Ik ben blij dat het amendement is ingetrokken, want voor onze fractie waren de consequenties voor het personeel na 1 januari 1981 te groot om het amendement te kunnen steunen. Overigens heb ik al enige tijd de opmerking willen maken dat het mij bevreemdt dat de C.D.A.-fractie bezwijkt onder de stukken die de laatste dagen binnenkomen. Mijn collega Gielen zit sedert januari 1978 in de raad van beheer van de N.V. Sportfondsenbad Breda; on getwijfeld heeft hij op dezelfde wijze stukken ontvangen als ik, zodat hij in mei in bezit was van het concept-preadvies van het college, het rapport van het Bouwcentrum en het rapport van openbare werken. Welnu, deze week zijn er drie briefjes gekomen, waaronder één van de sportad- viesraad, die zich met het voorstel van het colle- ge akkoord verklaart, en één van de wijkraad Oost die er sterk voor geporteerd is dat er in Oost een nieuw zwembad komt. Hiermee hangt dan kenne lijk het bezwaar van de C.D.A.-fractie samen. De heer EISSENS: Wat dacht de heer Martens van de brief over de beheersraad waarin niet het advies van het college wordt gevolgd en waarin toch op basis van deskundigheid bepaalde uitspra ken worden gedaan? Mogen we die brief alsjeblieft eens rustig bestuderen? Men moet de zaak niet ba gatelliseren. De heer MARTENS: Ik bagatelliseer niet. Al die stukken hebben ter visie gelegen en er zijn

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 825