21 JUNI 1979 826 zelfs stukken die ik drie of vier keer in mijn bezit heb. De heer GIELENIk wil aan het adres van de heer Martens zeggen dat bij ons in de fractie uiteraard de inspraakprocedure ter zake van het zwembad aan de Vierwindenstraat grote aandacht heeft gekregen. Ik heb erop gewezen dat er best problemen zouden kunnen komen. Er blijkt nu een brief van 20 mei, die wethouder Welschen waar schijnlijk nog niet kent, bij ons op tafel te liggen. De mensen gaan zelf vragen waarom het bad moet worden gesloten en ik vind het belangrijk dat de fractie zich daarover laat informeren. De heer MARTENS: Ik had graag gezien dat dat ten aanzien van de binnenstad ook het geval was geweest De heer OOMEN: Ik wacht met belangstelling de volgende vergadering van de commissie algemene zaken afwaarin het nieuwe reglement van orde ter goedkeuring ter tafel zal liggen. Ik herinner mij van de vorige commissievergadering dat de heer Eissens, die van de commissie deel uitmaakt, het niet eens was met mijn stelling dat stukken voor de raadsvergadering niet een week maar veer tien dagen van tevoren zouden moeten worden toe gestuurd, hoewel ik daarbij exact dezelfde motive ring gebruik als waarvan de heer Eissens zich nu bedient De heer EISSENS: Ik heb mij achter de veer tien dagen-formule geschaard. Kijkt u dat maar eens goed nai De heer GARRITSEN; Ik wil aan het adres van de wethouder enige opmerkingen makendie door hem wel zijn uitgelokt. Hij heeft betoogd dat je de voorzieningen bij de mensen moet brengen. Dat klinkt op zichzelf erg leuk, maar ik wijs erop dat op blz8 van het raadsvoorstel in de onderbouwing van die stelling voor Breda-centrum in 1984 een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 826