21 JUNI 1979 828 werken. Het is spijtig dat we die zekerheid niet op papier kunnen geven en dat het nu mondeling moet gebeuren. Er is echter op dit ogenblik geen andere mogelijkheid en over twee maanden zijn we daar in ieder geval ook doorheen. Daarnaast heeft de heer Van Asseldonk over onderhandelingen ter zake van het bad aan de Vier- windenstraat gesproken. Ik heb in eerste termijn niet gezegd dat we per se niet meer onderhandelen. Ik heb alleen gezegd: zolang de raad niet duide lijk aangeeft dat we op een of andere manier naar renovatie toe moeten, voel ik er niets voor over renovatie te gaan onderhandelen. Ten aanzien van de renovatie liggen immers alle gegevens op tafel en het is nu de vraag of je er al dan niet toe moet overgaan. Wanneer de koers anders zal zijn, is het niet zinvol daarover te blijven praten. Naar aanleiding van de opmerkingen van de heer Martens over het personeel verwijs ik naar mijn reactie op dat punt aan het adres van de heer Van Asseldonk: wat ons betreft de mondelinge ga rantie dat er geen problemen komen. De heer Gielen heeft erop gewezen dat er een brief van de binnenstadscomité1s aanwezig is die goed moet worden bestudeerd. Ik heb er al op gewe zen dat ik die brief niet heb ontvangen. Ik zal hem nog wel krijgen en te zijner tijd zal ik wel op kunnen reageren In verband met het streven de voorzieningen bij de mensen te brengen heeft de heer Garritsen naar het raadsvoorstel verwezen. Volgens het raads voorstel wonen er in Breda-zuid-zuidoost ongeveer 40.000 mensen, terwijl het aantal inwoners in de binnenstad aanzienlijk kleiner is. Op de vraag waar wij het aantal 8.000 vandaan halen kan ik ant woorden dat het van de laatste officiële "uitdraai van de sociografische dienst afkomstig is. Het is best mogelijk dat er te zijner tijd op basis van de nu goedgekeurde plannen in een nieuwe "uit draai" een correctie komt, maar dit zal niet in houden dat het aantal van 40.000 zelfs maar voor

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 828