82 15 FEBRUARI 1979 De heer Garritsen: Uit contacten met o.a. de bewoners van de vier woonwagens welke zich momenteel bevinden op het Chasséveld te Breda is mij gebleken dat het ge meentelijke beleid in deze kwestie nogal wat vra gen oproept. Deze wil ik U krachtens artikel 40 van het regl. van orde schriftelijk stellen. 1Was het Uw college bekend dat op het moment dat U twee plaatsen achter de Boschstraat be schikbaar stelde er twee wagens het land af reisden om een standplaats te zoeken? 2. Indien dit bekend was, op welke wijze hebt U bij Uw beleid rekening gehouden met de moge lijkheid dat deze wagens terug zouden keren naar Breda? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet? 3. Het in eerste instantie beschikbaar gestelde terrein, achter de Boschstraat, is dit ge schikt te maken voor vier wagens? Zo nee waarom niet? 4. Is het juist dat maandag 2 oktober de vier ge zinnen toegezegd is dat er binnen 10 dagen een oplossing zou worden gezocht? 5. De j.l. vrijdag 6 oktober aan de aan de bewo ners meegedeelde "oplossing" is deze in het college besproken? Zo ja, was het een oplos sing waar alle collegeleden zich mee konden verenigen? 6. De mededeling aan de bewoners dat de gemeente waar ze staan ingeschreven moet zorgen voor een standplaats, is deze mededeling juist? Waarop berust, bij bevestiging van deze vraag deze mededeling? 7. Is de "oplossing" welke de bewoners is meege deeld besproken met de woonwagenschappen Bre da en West-Brabant? Zo ja, hoe was hun reac tie?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 82