21 JUNI 1979 834 Wethouder VAN DUN: Ik heb gezegd dat ik op die vraag niet kan antwoorden omdat ik geen lid van de commissie openbare werken ben. Ik heb daar bij aangetekend dat ik aanneem dat de commissiele den op de hoogte waren, aangezien onder het con cept-voorstel stond dat wij het voorstel in over eenstemming met het advies van de commissie open bare werken hoopten te doen. Dit is het enige ant woord dat mevrouw Saelman van mij kan krijgen. Op de derde vraag van mevrouw Saelman ant woord ik dat het college niet bereid is het voor stel terug te nemen. Wij hebben dit principe-be sluit namelijk in het kader van de onderhandelin gen met rijkswaterstaat nodig. Als ik deze vraag van mevrouw Saelman in ontkennende zin beantwoord, zou ik volgens haar op mijn beurt iets aan de le den van de commissie openbare werken moeten vra gen, maar ik meen dat dat mijn taak niet is. Centraal staat de vraag van mevrouw Saelman in welk bestemmingsplan de onderhavige weg staat. Ik kan haar mededelen dat de weg in geen enkel be stemmingsplan, maar alleen in het structuurplan voorkomt. De weg zal worden opgenomen in het be stemmingsplan "Bedrijvengebied en werkterrein", dat omstreeks oktober/november in procedure zal gaan De heer CRUL: Wij hebben geen bezwaren tegen dit voorstel. In de commissie zijn enige vragen gesteld die ook zijn beantwoord. Tijdens de dis cussie in de fractie bleek dat men zich wel in het voorstel kan vinden. Er werden wel enige kantteke ningen gemaakt maar we hebben met het oog op de collegiale samenwerking in het college toch ge meend met het voorstel te moeten meegaan. Mevrouw SAELMAN-BOELENIk zou de wethouder willen vragen op grond van welk criterium het voorstel niet in de commissie ruimtelijke ordening aan de orde is geweest. Naar mijn mening moet men over dergelijke ingewikkelde verkeerstechnische situaties niet alleen de commissie openbare werken

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 834