837
21 JUNI 1979
bijstand aan de raad en aan de leden van de raad.
Volgens artikel 4, lid 6, wordt door de secreta
ris informatie, advies en bijstand aan leden van
de raad verstrekt. Daarover zijn ook in het ver
leden al afspraken gemaakt. Als de informatie
door de secretaris of door degene die hij daarvoor
heeft aangewezen, wordt verstrekt, is er niets
aan de hand. Wordt de informatie niet gegeven,
dan valt men terug op het betrokken collegelid en
vervolgens op het college van burgemeester en wet
houders. Dit is naar mijn oordeel de juiste gang
van zaken. Ik geloof niet dat het denkbaar is dat
over dergelijke zaken in de raad wordt gesproken.
Ik voeg hier nog aan toe dat het hier om een ge
bruikelijke methode gaat, die ook in het kader
van het nieuwe reglement van orde door de commis
sie algemene zaken is aanvaard: in een bepaald
artikel van het nieuwe reglement van orde is in
verband met de commissies van advies en bijstand
sprake van de betreffende stukken en ook te dien
aanzien valt een zekere bevoegdheid aan het col
lege van burgemeester en wethouders toe. Juist
ten aanzien van dat artikel er is ook nog spra
ke van het inschakelen van de commissies geweest
is duidelijk gezegd dat naar de mening van het
college de commissies hun zuivere functie in de
advisering over raadsvoorstellen aan het college
moeten blijven vervullen.
Dit is het antwoord. Ik erken dat het niet
veel afwijkt van het antwoord in de commissie al
gemene zaken. Ik kan echter namens het college,
zeker in verband met de instructie voor de gemeen
tesecretaris, geen ander standpunt mededelen.
Mevrouw SAELMAN-BOELENIk kan mij voorstel
len dat deze discussie naar uw mening niet zo
zeer bij de ter tafel liggende instructie thuis
hoort. Als dit element echter in de stukken voor
komt, ga je er natuurlijk op in. Ik ben bereid
het hierbij te laten en te trachten de door mij
gewenste regeling bij de behandeling van het