21 JUNI 1979 840 gebruik van thermopane. Uit telefonische informa tie is mij gebleken dat in dit gedeelte zelfs mèt thermopane wordt gebouwdEr wordt dus nog meer geïsoleerd en desondanks zou er 30% meer warmte nodig zijn. Mijn vraag is hoe men aan die 30% komt en ook hier zou ik willen weten of dit verschijn sel structureel is. Als dat namelijk zo is, dan heeft dit financieel gezien aanzienlijke conse quenties. In het KEMA-rapport zijn veronderstellingen gemaakt ten aanzien van de gevolgen van niet-voor- ziene ontwikkelingen. In het basisgeval was het batig saldo over 25 jaar positief en bedroeg het 20 miljoen. Als er 10% minder warmte zou worden afgenomen, zou men volgens de berekeningen op een negatief bedrag van 2,5 miljoen uitkomen. Het verschil tussen beide bedragen is 22,5 miljoen. Wanneer nu de afgenomen hoeveelheid warmte 30% hoger zou uitvallen, zouden er gigantische resul taten worden geboekt. Dat kan haast niet waar zijn en als het wèl waar is, is het wel leuk daar nu eens over te praten in plaats van over al die som bere geluiden, want dan openen zich hier schone perspectieven Kortom, hoe is het mogelijk dat op zo korte termijn zo sterk blijkt te moeten worden afgeweken van hetgeen was voorzien in het KEMA-rapport op basis waarvan de besluitvorming heeft plaatsgevon den? De heer NEEB: Ik zal niet zo in detail op de materie ingaan als de heer Kammeraat. Misschien kan ik hem al wel een klein antwoord geven: als een 30% hogere aansluitwaarde inderdaad in gigan tische bedragen gaat resulteren, kunnen we wel licht in het betrokken gebied nog meer aan sociale woningbouw gaan doen, waardoor weer hogere uit komsten te voorschijn zullen komen! In de commissie werd het belangrijkste punt gevormd door een zeer kritische noot. Wij waren er verbaasd en onaangenaam verrast over dat de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 840