21 JUNI 1979 842 Nu zou men kunnen zeggen: zo'n afwijking is op zo'n groot project niet zo veel. Dat kan wel juist zijn, maar onze fractie vindt toch dat hier kri tisch naar moet worden gekeken en dat erop mag worden gewezen. Gebleken is dat de calculaties van het KEMA-rapport vraagtekens oproepen. Uiteraard betekent dat nog niet dat we voor deze investerin gen in totaliteit hoger uitkomen, maar dat zien we op het eind van de rit wel. Door onze fractie is indertijd gepleit voor regelmatige terugkoppeling door middel van schrif telijke rapportage over de financiële aspecten van de uitgaven ten opzichte van de begroting. Onze conclusie is: dit kan nog, maar als dit zo door gaat, zullen we niet schromen initiatieven te ne men om de geformaliseerde uitgangspunten van het KEMA-rapport opnieuw in de raad ter discussie te stellen. In dit verband heb ik goede nota genomen van een uitspraak van de heer Neeb. Geregeld is betoogd dat alle berekeningen en andere zaken zorgvuldig zijn afgewogen en bestudeerd. Hiervan zien we nu het resultaat en we zouden naar aanlei ding van het voorstel gaarne de opvattingen van het college willen vernemen. Wethouder DE RAAFF: Bij de behandeling van de stadsverwarming heb ik gezegd dat ik in alle open heid alles zou vertellen wat zich op dat gebied zou afspelen, Ik houd mij daaraan, hetgeen inhoudt dat ik plezierige dingen zal vertellen, maar ook de dingen die eventueel tegenvallen. Dit betekent natuurlijk niet dat ik elke keer om mijn oren moet krijgen als ik zo open ben; ik vind het wèl juist dat de raad kritisch reageert, ons vraagt op be paalde punten te letten en erop aandringt op te passen dat het niet uit de hand loopt, waarvan overigens nog geen sprake is. De heer Kammeraat heeft gevraagd hoe het komt dat zich op zo korte termijn afwijkingen van 20 en 30% voordoen. Ik wijs erop dat dit niet aan de korte termijn, maar aan de kleinheid van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 842