845 21 JUNI 1979 huizenbouw in de omgeving van het onderstation-in- kwestie. De kosten per installatie kunnen verschil len. Ook de installatie staat in verband met de aansluitwaarde die nodig is voor de huizen die bij het stationnetje staan. De hogere kosten in ver band met de aansluitwaarde worden goedgemaakt en zelfs meer dan dat, als er tenminste huizen komen door de opbrengsten van de warmte. Een ander element is de vormgeving van de gebouwtjes. Ik meen dat we wat dit betreft reke ning moeten houden met het feit dat we snel zijn begonnen en dat we met een soort startproblematiek te maken hebben. Op 21 november is de raad met de plannen voor de stadsverwarming akkoord gegaan en bij wijze van spreken moeten we op 22 november be ginnen. In de beginfase zit je dan met aanloop moeilijkheden. Bij de behandeling van het eerste onderstation heb ik al gewezen op een ontwikkeling die zich, zij het in iets mindere mate, ook in het onderhavige geval voordoet: de gebouwtjes moesten door de architect worden getekend, wat méér is dan wij in onze "KEMA-visie" hadden voorzien. In het KEMA-rapport wordt uitgegaan van functionele ge bouwtjes die voor de verwarming nodig zijn. Zo'n gebouwtje is in feite een garage-achtig geval.... De heer DREEF: Dat wist u toch al bij de samenstelling. Wethouder DE RAAFFNeewant ik weet nu nog niet waar al die dingen komen te staan. Ik weet zelfs op dit ogenblik niet exact te vertellen hoe veel onderstations er moeten komen. Laat ik zeg gen dat wij op dit ogenblik denken dat er vijftig moeten komen te staan; het hangt echter van de concrete realisering af, hoeveel het er per saldo zullen moeten zijn. Als we slechts een eenheid in plaats van drie eenheden per gebouwtje kunnen plaatsen, zou dat betekenen dat er drie keer zo veel gebouwtjes moeten komen te staan. Daarover kunnen we nog geen uitspraken doen, maar in ieder geval gaat het hier om vier gebouwtjes.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 845