847
21 JUNI 1979
werken die wij totnogtoe hebben gegund, liggen
binnen de grenzen van de aan de raad gevraagde kre
dieten. De kredieten zijn dus nog niet overschre
den. Wij vragen ook in het ter tafel liggende voor
stel niet om meer geld. Er is gezegd dat we om
124.000,méér vragen, maar zo is het niet. Er
staat in het voorstel dat wij op dit ogenblik nog
geen termen aanwezig achten om een hoger krediet
te vragen, omdat in totaliteit de grenzen van de
reeds gevraagde kredieten nog niet zijn overschre
den.
Met dit alles hoop ik te hebben aangetoond
dat de kostenontwikkeling, waarvoor de raad terecht
aandacht vraagt, voor ons een bron van voortduren
de zorg is, maar dat we nog niet in paniek zijn
geraakt of tot de conclusie zijn gekomen dat we
trendmatig dan wel structureel te hoog zitten. Ik
zeg toe dat ik voortdurend verbaal en met cijfers
informatie zal verstrekken. In ieder geval lijkt
het mij nog te vroeg om te zeggen dat het KEMA-
rapport er helemaal naast zit en dat we het opnieuw
ter discussie moeten stellen. Dat hoeft op het
ogenblik nog niet en mocht het op een gegeven ogen
blik wél nodig zijn, dan zullen we het gaarne te
zamen met de raad doen.
Ik weet niet of in naar aanleiding van de op
merkingen van de heer Kammeraat over 20 en 30% met
percentages terug moet gaan goochelen. Inderdaad
ligt voor de totnogtoe gevraagde bestekken de aan-
sluitwaarde 30% hoger dan in vroegere berekeningen
was aangenomen. Of dat ook betekent dat we 30%
meer winst gaan maken, kan ik op dit ogenblik nog
niet zeggen. Het zal van het project als geheel
afhangen, of we winst gaan maken, evenals trouwens
van de snelheid waarmee wordt gebouwd. We gaan nu
aan de onderstations beginnen en we zijn bezig met
het leggen van leidingen, maar er moeten natuur
lijk wèl huizen komen om warmte te kunnen leveren
en winst te kunnen maken! De leidingen liggen er
voordat de huizen er staan.
Ik denk dat ik in mijn algemeen betoog de