855 21 JUNI 1979 verschillen we ten principale van mening of het EnWa-bedrijf een bijdrage aan de algemene dienst kan leveren. Indertijd is daarover een principiële discussie gevoerd en de raad heeft er een besluit over genomen. Om de uitkering aan de algemene dienst zeker te stellen hebben we voorts een be slissing over winstegalisatiereserve genomen. Dit zijn de punten waarover we hebben gesproken en ik vind het een beetje overbodig er nu op terug te komen, omdat een en ander in een andere context in commissieverband zou moeten worden voorbereid. Ik kan mij voorstellen dat de heer Van de Steen oven het betreurt dat nadere discussie nog niet heeft plaatsgevonden. Ik moet erop wijzen dat de voorbereiding van die discussie wat meer tijd blijkt te vergen, omdat daarbij niet alleen een principiële kwestie maar ook de continuïteit van het bedrijf aan de orde is. Aandacht moet worden besteed aan de winstmogelijkheden in de toekomst, de afschrijvingspolitiek van het bedrijf in ver gelijking met andere bedrijven en de mogelijkhe den tot een winstuitkering op langere termijn. De heer VAN DE STEENOVEN: De wethouder heeft gezegd dat deze kwestie in het geheel niets met Bestek '81 te maken heeft. Bij de behandeling van de budgettaire capaciteit hebben we echter gehoord dat het, gezien de financiële positie van Breda in de komende jaren, erg goed zou uitkomen over een winstuitkering van het EnWa-bedrijf te kunnen beschikken. Met het oog daarop werd het wenselijk geacht alvast het een en ander aan de algemene dienst uit te keren en niet af te wachten wat de mogelijkheden op het gebied van de besteding van de EnWa-winst aan energiebesparing zijn. Wethouder BROEDERS: Ik meen dat hier toch weer een verschil van mening in het spel is. Voor een wethouder van financiën komt het altijd goed uit als hij besparingen kan bereiken of meer in komsten kan verwerven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 855