859 21 JUNI 1979 dat niet terecht en wij zijn van mening dat men zorgvuldig moet omgaan met hetgeen in de school aanwezig is, inclusief de waterleiding. Dit lijkt een harde opstelling. Persoonlijk zou ik in een bepaald geval wel eens medewerking willen verle nen, maar hetzelfde zou dan in ook in alle andere gevallen moeten gebeuren. Bij verzoeken ex arti kel 72 leidt de Wet als zodanig tot een zekere verstarring, in die zin dat je de gevallen niet individueel kunt bekijken. Vandaar dat wij zorg vuldig opereren en nagaan waar de normale eisen worden overschreden. Naar onze mening daar is ook jurisprudentie over hoeft de gemeente bij nalatigheid niet te betalen. Er is gevraagd waar men het benodigde geld vandaan moet halen, waarop ik antwoord dat men dat moet vinden in de uitke ring die men voor de totale exploitatie van het gebouw krijgt, met andere woorden: in het bedrag per leerling. Mevrouw SAELMAN-BOELENNatuurlijk kan men in dit geval nalatigheid signaleren, maar er zijn toch duidelijk verzachtende omstandigheden, aan gezien een dergelijke winter in geen jaren was voorgekomen, terwijl de winter bovendien precies intrad op het ogenblik dat de vakantie een dag aan de gang was. Je kunt je voorstellen dat men sen die weg zijn en met hun gedachten heel ergens anders zitten, niet aan het afsluiten van de lei ding hebben gedacht. Een consistent beleid is er ook als je nu voor de hele "trits" een vergoeding geeft, met een duidelijke waarschuwing dat iets dergelijks niet meer mag voorkomen. Ik blijf de opstelling van het college hard vinden. De heer GARRITSEN: Ik zit persoonlijk niet zo goed in de onderwijswetgevingmaar ik herin ner mij dat een gymnastieklokaal dat was afge brand met gemeentelijke medewerking toch weer werd herbouwd. In dat geval stelde men zich niet zo hard op en vroeg men zich niet af waar de schuld lag. De twee gevallen zullen wel niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 859