861 21 JUNI 1979 Zonder hoofdelijke stemming wordt overeen komstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. De VOORZITTER: Dames en heren. Er is een ze kere noodzaak om agendapunt 41 vanavond nog te behandelen. Dit agendapunt heeft betrekking op de nota ruimtelijke hoofdstructuur, een uitermate belangrijke aangelegenheid en ik wil hopelijk bent u het met mij eens -- het risico niet nemen dat dit voorstel vanavond niet zou kunnen worden besproken, te meer daar hierover morgen bespre kingen in stadsgewestelijk verband plaatsvinden. Aangezien er eerst nog enkele punten op de agenda staan die waarschijnlijk iets meer tijd in beslag zullen nemen, stel ik voor agendapunt 41 nu voor rang te geven. De heer VAN DUIJL: Ik wil mij niet tegen uw voorstel verzetten, maar ik zou willen vragen of het uw bedoeling is de overige voorstellen die nog ter tafel liggen, vandaag niet meer aan de orde te stellen. De VOORZITTER: Ik denk dat dat risico erg groot wordt, omdat we tot elf uur zouden moeten vergaderen. Ik constateer dat de raad ermee ak koord gaat maandag opnieuw bijeen te komen en nu eerst agendapunt 41 te behandelen. 41. bijlage nr. 200 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET ONDERSCHRIJVEN VAN DE IN DIT PREADVIES GEMAAKTE KANTTEKENINGEN OP DE NOTA RUIMTE LIJKE HOOFDSTRUCTUUR (STREEKPLANPROJECT) (D) Mevrouw DEN OUDEN-JANSEN: Vóór ons hebben we de nota ruimtelijke hoofdstructuur. Onderhavige nota is voorwerp van een breed opgezette inspraak procedure en in verband daarmee heeft het college de nota van een aantal naar onze mening zeer te recht kritische kanttekeningen voorzien. Het col lege signaleert in de nota een controverse tussen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 861