863
21 JUNI 1979
ontbreken van de studie structuurschema bedrijven
terreinen. Voor het afwegen van een evenwichtige
woon-werkbalans zou die studie van groot belang
zijn geweest. Het college spreekt zijn voorkeur
uit voor het bedrijventerrein tussen Breda en
Dorst, op grond van een nog niet gepubliceerd on
derzoek onder de Bredase bedrijven. Wij vinden het
jammer dat we dat nog niet hebben gezien.
Zoals duidelijk zal zijn, onderschrijven wij
in zijn geheel dat het nader vast te stellen tra
cé Breda/Etten-Leur nooit consequenties zal mogen
hebben voor de belasting van de zuidelijke rond
weg.
Tot slot willen wij verzoeken om wat meer
duidelijkheid over de spoorwegverbinding Breda-
Utrecht. Er zijn nogal wat Bredanaars die zo'n
verbinding graag zouden zien. Burgemeester en wet
houders hebben zich al min of meer neergelegd bij
een afwijzend standpunt van de Nederlandse Spoor
wegen. Zou hier nog iets aan te doen zijn?
De heer VAN DE STEENOVEN: Wij zouden deze
aangelegenheid eigenlijk moeten aangrijpen om eens
fundamenteel te praten over ruimtelijke ordening,
maar omdat ik denk dat we hier dan morgenochtend
nög zitten, wil ik mij toch wel enigszins beper
ken! Desondanks kan ik niet nalaten mijn betoog
vrij algemeen te beginnen.
Als we over het streekplan West-Brabant pra
ten, zijn we bezig de ruimte in dat gebied te or
denen voor een periode van maar liefst tien jaar.
Het is dan ook goed eerst eens duidelijk op een
rijtje te zetten wat nu eigenlijk de uitgangspun
ten van het ruimtelijk ordenen in West-Brabant
zouden moeten zijn. Volgens mij moeten we van
twee doelstellingen uitgaan:
1er zou in West-Brabant voor de gehele be
volking voldoende gelegenheid moeten zijn
tot wonen, werken en recreatie, op plaat
sen die voldoende dicht bij elkaar liggen,
teneinde grote verkeersstromen te