21 JUNI 1979
864
vermijden
2. er zou zo veel mogelijk natuurlandschap en
natuurlijk milieu behouden moeten blijven.
Nu is het zo dat we ons niet in een blanco
situatie bevinden, aangezien in het verleden al
allerlei ontwikkelingen hebben plaatsgevonden. Met
name in het verleden zijn de ruimtelijke ontwikke
lingen in het geheel niet gestuurd: er zijn aller
lei dingen kris-kras door elkaar gebeurd, zonder
duidelijke planvorming. Daar komt nog bij dat er,
niet alleen in West-Brabant maar in geheel Neder
land, in steeds toenemende mate een tekort aan
ruimte komt. Als gevolg van de genoemde histori
sche ontwikkelingen, alsmede van het feit dat de
ruimte steeds schaarser wordt zijn er achterstands
situaties op het gebied van de ruimtelijke orde
ning ontstaan. Ik ben overigens blij dat de heer
Van den Wijngaard er op het ogenblik niet is, want
anders zou hij mij nu weer van "dagdromerijbe
schuldigen; Mijns inziens zijn die achterstandssi
tuaties er wel degelijk gekomen. Je kunt constate
ren dat er voor bepaalde bevolkingsgroepen in
West-Brabant te weinig woningen zijn, dat er voor
bepaalde bevolkingsgroepen te weinig werkgelegen
heid is en dat er voor bepaalde bevolkingsgroepen
slechts beperkte mogelijkheden tot recreatie zijn.
Het ruimtelijk beleid zou er naar mijn mening
op de eerste plaats op gericht moeten zijn die
achterstandssituaties op te heffen. Dit zou moeten
worden toegevoegd aan de hoofddoelstelling voor
het opstellen van een streekplan West-Brabant,
welke hoofddoelstelling in de nota ruimtelijke
hoofdstructuur vermeld staat.
Wat zijn nu de middelen om die doelstelling
uit te voeren? Het streekplan wordt erg ambitieus
opgezet en je zou de conclusie kunnen trekken dat
je daarmee een heel eind zou kunnen komen. Ik be
twijfel echter of dat het geval is. Het juridisch
instrumentarium van een streekplan is nogal zwak
en bovendien worden de beleidsmaatregelen die je
via een streekplan wilt gaan uitvoeren, doorkruist