867 21 JUNI 1979 grote schaal migranten uit de randstad gaan bin nenhalen zonder dat er werk komt, is de evenwich tige woon-werkbalans ver te zoeken, want dan blij ven de mensen in de randstad werken terwijl ze in Breda wonen. Mijn fractie vindt dat je ook op dit punt niet alleen bezig kunt zijn met ruimtelijke ordening. Je kunt niet zo maar zeggen zoals het rijk doet "stuur de overloop maar naar Bre da" zonder aanvullende maatregelen te treffen. Het rijk zou in dezen ook economische maatregelen moe ten nemen om het ruimtelijk beleid werkelijk tot een succes te maken. Ik kom toe aan enkele kanttekeningen bij kri tische opmerkingen in het preadvies. In het pre advies wordt bepleit Terheijden alsnog in het ge bied van de stadsregio op te nemen, op grond van een argumentatie waar ik niet zo van onder de in druk ben. Ik vind dat er een duidelijk scheiding is tussen Breda enerzijds en Terheijden anderzijds er is een soort "buffer" aanwezig die je eigenlijk zou moeten handhavenIn dit verband meen ik dat Terheijden niet tot de stadsregio zou moeten be horen, zodat ik mij op dit punt wel in de nota ruimtelijke hoofdstructuur kan vinden. Met mevrouw Den Ouden ben ik het eens dat we nog eens over de spoorlijn naar Utrecht zouden moeten praten. Ik zie wel in dat de lijn er de eerste jaren niet zal komen, omdat zij daarvoor te duur is, maar er kan in de toekomst een ener giesituatie ontstaan die zo'n spoorlijn wèl nood zakelijk maakt. Met het oog daarop zou het ver standig zijn grond voor een tracé te reserveren. Je hoeft dan de spoorlijn nog niet aan te leggen, maar je kunt op die manier voorkomen dat er juist op het tracé kantoren en andere grote gebouwen verrijzen. Wij zijn van mening dat de Maasroute niet verder moet worden doorgetrokken dan rijksweg 16. De noodzaak van verdere doortrekking is voor ons nog niet aangetoond. Eens zijn wij het met de in het preadvies

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 867