21 JUNI 1979 872 hier immers om een beleid dat zowel door de kleine kernen als door de provincie op gang is gebracht om de groeistadsgedachte mogelijk te maken. Dit zien wij heel duidelijk verwoord in de eerste tien bladzijden van het voorstel van burge meester en wethouders, waarin eigenlijk alleen maar wordt bepleit dat er zo veel mogelijk van die taakstelling wordt aanvaard en dat er een redelij ke basis aanwezig is. In dit verband heeft het mij bijzonder gespeten een bepaald element in de advi sering van de St.A.R. te moeten aantreffen. Als hoofdmotief wordt de evenwichtige woon-werkbalans gebruikt, waar, zoals ook de heer Van Steenoven terecht heeft geconstateerd, natuurlijk iedereen vóór is. Dit betekent echter tegelijkertijd dat je ook middelen zult moeten zoeken. Nu kun je dit op twee manieren doen: öf door stimulering van de werkgelegenheid met de daartoe geëigende middelen dat ontbreekt eigenlijk volstrekt in de pro vinciale opstelling öf door de woningbouw kunst matig beperkt te houden, waardoor er weinig mensen zijn en er relatief ook weinig werk nodig is. Laatstgenoemde weg, die door de St.A.R. wordt be pleit, moet je naar mijn mening nu juist niet vol gen: je moet wel degelijk ook gestalte proberen te geven aan werkgelegenheidsstructuren Ik maak nu een sprong naar de reservering van industrieterreinen. Mijns inziens moeten we in de regio naar een regionale werkgelegenheidsplanning toe, daarbij niet vergetend dat elke gemeente haar eigen specifieke kenmerken heeft en dat de bewo ners van kernen waar de meeste mensen wonen, in hun eigen kern werkgelegenheid zouden moeten kun nen vinden. Dit betekent dat niet alleen moet wor den gedacht in de richting van infrastructureel diep ingrijpende mogelijkheden a la Moerdijk, mo gelijk Dombosch en mogelijk Weststad bij Ooster hout. Voor Breda, waar zich op dit ogenblik reeds een aanzienlijke behoefte aan bedrijfsterreinen doet gevoelen we zien dat aan de belangstelling voor Moleneind-oost past het een hard pleidooi

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 872