21 JUNI 1979
874
worden geïntegreerd in het streekplan en het stads
gewestelijk structuurplan.
Ik geloof dat ik in het kort de belangrijkste
punten heb behandeld en ik hoop dat we op basis
van de reactie van de gemeenteraad morgen een
eenduidig standpunt in de gewestraad tot uiting
kunnen brengen. Te constateren valt dat de P.T.T.-
fractie in principe bereid is met Breda mee te
denken over het draagvlak van de Haagse Beemden.
In hoofdstuk 7 is sprake van de hoofddoelstellin
gen. Genoemd worden de opvang van de directe be
hoefte vanuit de regio en het oude suburbanisatie-
vraagstuk. Daarnaast zal in de toekomst niet een
volledig passieve houding moeten worden aangenomen
ten aanzien van de taakstelling die de provincie,
het rijk en Breda gezamenlijk hebben aanvaard. Op
die manier kan in het beleid een zeker evenwicht
tot stand komen, waaraan we veel behoefte hebben
om te kunnen realiseren wat we willen en om in
ieder geval bij het stadsverwarmingsproject geen
tekorten te laten ontstaan.
De heer DE BROUWER: Twee beknopte kantteke
ningen bij de in het algemeen sympathieke kantte
keningen van burgemeester en wethouders. Ten eer
ste moet naar onze mening juist wèl bij het pro
vinciaal bestuur worden aangedrongen op het opne
men van de spoorlijn Breda-Gorinchem-Utrecht in
het nieuwe streekplan. Het reserveren van grond
voor een tracé is te enen male onvoldoende; men
moet naar onze mening veel verder gaan.
Ten tweede iets over de opmerkingen van bur
gemeester en wethouders over de aanleg van de
A 58 tussen Bavel en Rijsbergen. Deze opmerkingen
kunnen wij niet onderschrijven. Steeds opnieuw
worden we immers geconfronteerd met nieuwe progno
ses en alternatieven, zij het niet van rijkswater
staat, want daar weigert men botweg het onvoldoen
de huiswerk over te maken, maar wel van andere
achtenswaardige instituten. De A 58 mag er wat
ons betreft niet komen.