879 21 JUNI 1979 maar als je de instrumenten onvoldoende hebt ont wikkeld en er geen beleid mee kunt voeren, heeft het ook erg weinig zin zo uitgebreid op de getal len in te gaan. Met het toelatingsbeleid dat we nu hebben, kun je namelijk alleen een klein beet je sturen bij de nieuwbouwplannen en dan nog slechts ten aanzien van grond die in handen van de gemeente is. Het toelatingsbeleid is dus een erg beperkt instrument en ik ben bang en meer dan dat dat het totaal niet werkt. Er wordt in de reactie niet ingegaan op en kele punten waarmee we in Breda toch wel degelijk te maken hebben. Zo mis ik opmerkingen over de militaire terreinen en over de vliegbasis Gilze- Rijen. De opslag van kernwapens op die vliegbasis heeft best grote gevolgen voor Brabant en met na me voor West-Brabant, terwijl ook de geluidsover last een probleem vormt. Ik wil hier niet te ge detailleerd op ingaan, maar ook ten aanzien van die punten ontbreekt in het commentaar een visie. Het is uiterst merkwaardig dat in de gemeen telijke reactie geen woord aan de woonwagenbewo ners wordt gewijd, terwijl we in Breda juist met een regionaal kamp zitten. Je zou op zijn minst verwachten dat men daarover toch wel iets in de reactie had opgenomen. In de nota ruimtelijke hoofdstructuur staat ook minister Gardeniers heeft zich in die zin uitgelaten dat lokaties in overleg met de bewoners moeten worden gekozen. Het is duidelijk dat dit hier niet is gebeurd en ik geloof dat je dan consequent moet zijn door in de reactie te vermelden dat het onmogelijk is aan inspraak te doen, omdat de gemeente en het Woon wagenschap ieder hun eigen verantwoordelijkheid hebben. Dat was immers het standpunt dat in deze raad is ingenomen en ik denk dat je dat dan ook kenbaar moet maken. Dit waren de opmerkingen die ik wilde maken. Het zal duidelijk zijn dat ik het voorstel van burgemeester en wethouders beslist niet kan aan vaarden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 879