895 25 JUNI 1979 De heer VAN ASSELDONK: De V.V.D.-fractie vindt dit voorstel een goede zaak, want de situatie van de depots, waar sprake is van groot achterstallig onderhoud, kan niet worden gehandhaafd. Ook voor het personeel lijkt deze situatie mij niet prettig. Wel speelt voor onze fractie nog de vraag hoe het staat met de eventuele verwerving van de gron den van Teteringen. Wordt er misschien ook aan een andere concentratie van de bedrijven gedacht? Wethouder VAN DUN: De heer Van Duijl bracht naar voren dat er nauwelijks tot besparingen zal worden gekomen, maar ik geloof ook niet dat dat de doelstelling in dezen is. Het gaat primair niet om het bereiken van besparingen bij de dienst beplan tingen, maar om drie geheel andere zaken. In de eerste plaats noem ik de abominabele toestand van de sectieposten op dit moment, die naar ik meen de leden van de commissie genoegzaam bekend is, in de tweede plaats de toevallige omstandigheid dat er een aantal huuropzeggingen is afgekomen voor accom modaties waarin sectieposten van de dienst beplan tingen tijdelijk zijn gehuisvest, en in de derde plaats in de commissie is daarover ook gespro ken het rapport van de bedrijfsgeneeskundige dienst, waarin is aangegeven dat de huidige posten nauwelijks meer geschikt zijn voor een adequaat personeelsbeleid. Dit zijn de drie punten waarop dit voorstel is gebaseerd en eventuele besparingen zijn hierbij vers 2. Wel kan mijns inziens worden gezegd dat de situatie niet duurder mag of moet worden. Over de dekking van het geheel hebben wij in de commissie openbare werken al gesproken. Ik meen met de heer Van Duijl tot een akkoord te kun nen komen op basis van het feit dat het niet pri mair gaat om het bereiken van besparingen, maar om het scheppen van bepaalde arbeidsvoorwaarden voor wat betreft de sectieposten van de dienst beplan tingen. Ik meen dat mevrouw Saelman de plank totaal mis heeft geslagen. Onder andere heeft zij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 895