25 JUNI 1979
898
Wethouder VAN DUN: Ik wil in de richting van
de heer Van Duijl nogmaals zeggen dat het komen
tot besparingen niet primair het uitgangspunt is
geweest. Primair gaat het om het creëren van rede
lijke arbeidsvoorwaarden voor de werknemers van de
dienst beplantingen. Natuurlijk zijn ook de finan
ciële consequenties van belang. Persoonlijk heb ik
de indruk dat die in het rapport wèl zijn uitgeme
ten. Overigens gaat het nu om een voorbereidings
krediet waarvoor dekking aanwezig is en straks,
bij de investeringen als zodanig, zullen wij zeker
aandacht schenken aan dekking van het geheel binnen
het kader van het budget van de dienst beplantin
gen. Als de heer Van Duijl daarop doelde zeg ik
hem graag toe dat wij daaraan aandacht zullen be
steden.
Met mevrouw Saelman zal ik waarschijnlijk niet
tot overeenstemming komen. Voor wat betreft het
feit dat de medezeggenschapscommissie met het voor
stel akkoord is gegaan merkte zij op dat het eraan
ligt hoe het voorstel daar is gebracht. Ik wijs
erop dat het met name gaat om de arbeidsomstandig
heden van werknemers. Ongetwijfeld zal mevrouw
Saelman kennis hebben genomen van de wijze waarop
op het ogenblik werknemers van de dienst beplantin
gen in het Valkenberg, in de Mathenesserstraat en
op andere sectieposten zijn gehuisvest. Ik meen
dat zij er geen speld tussen kan krijgen als het
gaat om verbetering van die omstandigheden in een
geconcentreerde huisvesting. Zij moet dan niet zeg
gen dat het ervan afhangt hoe het voorstel is ge
bracht. Deze kwestie is op normale wijze, vanuit
de probleemstelling waarvan sprake is, namelijk
het feit dat tekort wordt geschoten ten aanzien van
de secundaire arbeidsvoorwaarden voor werknemers,
aan de orde gesteld, terwijl zij nadrukkelijk in
een aantal vergaderingen van de medezeggenschaps
commissie van de dienst beplantingen is besproken.
Men heeft voor de onderhavige oplossing gekozen en
ik kan daar niet aan voorbijgaan.