901 25 JUNI 1979 Breda, jaarlijks meer dan 1 miljoen bijdraagt om het mogelijk te maken dat de muziekschool wordt ge continueerd. In principe ben ik het met de heer Garritsen eens dat elke drempelverhoging ten aan zien van de muziekschool eigenlijk teniet zou moe ten worden gedaan, maar om financiële redenen is het ons compleet onmogelijk de lasten geheel zelf te dragen, weshalve de raad in het verleden tot dit beleid heeft besloten. Ten aanzien van de kos ten van doorberekening van de salarissen zijn dan ook deze belastingmaatregelen voorgesteld en ik ge loof dat dit binnen het raam van de mogelijkheden en onmogelijkheden een goede zaak is. Het liefst zou ik zien dat de rijksoverheid, die op een niet noemenswaardige wijze in dit hele gebeuren parti cipeert, deze voorziening als een basisvoorziening zou erkennen en meteen de financiële gevolgen daar van voor haar rekening zou nemen, maar dat gebeurt niet. De heer GARRITSEN: Ik zou het zinnig vinden als de wethouder zijn opvattingen, die ik bijzon der waardeer, aan de rijksoverheid kenbaar zou ma ken. Wethouder SANDBERG: Daarmee wordt onversaagd voortgegaan, want dit is geen zaak die vandaag is gaan spelen. In het verleden hebben wij al diverse malen met de rijksoverheid hierover gesproken en wij zullen dat ook blijven doen. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkom stig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, met aantekening dat de heer Garritsen ge acht wil worden tegen te hebben gestemd. 40. Bijlage nr. 199: VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS EEN KREDIET AD 40.000,TER BESCHIKKING TE STELLEN VOOR HET TREFFEN VAN EEN AANTAL VOOR ZIENINGEN IN HET THEATER ACHTEROM. (S)

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 901