905 25 JUNI 1979 tegen dit voorstel te stemmen. De heer "PAQUAY: De heer Gielen heeft zojuist meegedeeld dat zijn fractie met dit voorstel moei te heeft, maar ik kan u zeggen dat wij ons met het voorstel kunnen verenigen. Wel wil ik nog enkele vragen en opmerkingen naar voren brengen. In de eerste plaats wil ik de wethouder vra gen of het theater Achterom na het plegen van de ze investering in de toekomst zijn functie blijft behouden. Vervolgens willen wij de wethouder vragen of hij in overleg met andere culturele instellingen, al dan niet gemeentelijk, tot een gezamenlijke programmering wil komen, waarbij de mogelijkheid wordt onderzocht om gebouwen in andere wijken even eens geschikt te maken voor dit soort activiteiten In de bijlage staat dat het in de bedoeling lag dit voorstel tegelijk aan te bieden met de voorstellen voor de renovatie. De besluitvorming daaromtrent vergt echter nog enige tijd, vooral met betrekking tot de financiële consequenties, zo dat die laatstgenoemde voorstellen nog niet konden worden ingediend. In de tweede alinea op bladzijde 1 zijn tus sen haakjes twee mogelijkheden genoemd, namelijk algehele en gefaseerde renovatie. Met name met het oog op de besluitvorming willen wij hierover meer duidelijkheid verkrijgen. Het komt ons voor dat er reeds een besluit is genomen dat alleen die twee mogelijkheden open laat, waardoor géén renovatie of sluiting tot de onmogelijkheden is gaan behoren Als dat het geval is zijn op dat punt de commissie cultuur en deze raad buiten spel gezet. Wethouder SANDBERG: Het is tamelijk moeilijk om op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkin gen te antwoorden, omdat bij de vraagstelling van de heren Gielen en Paquay een koppeling is gelegd met de totale schouwburgproblematiek. Ik vind dat ook logisch en ik denk dat ik daar zelf ook niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 905