25 JUNI 1979 914 Ik meen dat de exploitant van het Turfschip deze accommodatie voor vijf jaar heeft gehuurd,wel ke termijn met tweemaal vijf jaar mag worden ver lengd. Inmiddels is ongeveer negen jaar van die ter mijn verstreken, zodat hij er nog zo'n zes jaar gebruik van kan maken, waarna de gemeente Breda de ze accommodatie zelf zal kunnen gaan exploiteren. Verder zal ik graag van de wethouder horen of hij de mogelijkheden wil onderzoeken om de stads schouwburg voor de door mij genoemde activiteiten te openen, waarbij dan overigens niet de veiligheid in gevaar mag komen. Naar mijn mening zou er voor de Baronie Operette een mogelijkheid zijn geweest waarschijnlijk is het daarvoor nu te laat om daarvan gebruik te maken; men gebruikt niet het coulissenwerk van de stadsschouwburg. Vervolgens zullen amateurmanifestaties daar best kunnen plaats vinden, omdat men alleen op het toneel staat maar er overigens niets mee van doen heeft. Er zouden nog vele andere voorbeelden kunnen worden genoemd en graag zal ik van de wethouder horen hoe hij daar tegenover staat. De heer PAQUAY: Ik ben er blij om dat de wet houder erkent dat de procedure ten opzichte van de commissie niet erg correct is geweest. Ik kan meedelen dat wij geen voorstander zijn van het stoppen van gelden in de foyer om die ge schikt te maken voor toneelvoorstellingen. De wethouder heeft opgemerkt dat het geschikt maken van gebouwen in de wijken enorme investerin gen zou vergen, maar ik vind dat er toch ten aan zien van diverse wijken in de stad mogelijkheden moeten worden onderzocht, in welk verband ik bij voorbeeld aan de Beyerd denk. Mijns inziens is de mogelijkheid van activiteiten in die richting best een onderzoek waard. Wethouder SANDBERG: Er zijn rapporten uitge bracht over nieuwbouw van een stadsschouwburg en de daarin genoemde bedragen schommelen tussen de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 914