915 25 JUNI 1979 20 miljoen en de 33 miljoen. Ik heb niet het a hoogste bedrag genoemd, maar ik ben wel hoog gaan k zitten. Je zou daarvoor natuurlijk een program van i eisen van hier tot gunder kunnen opstellen. Een be- i hoorlijke stadsschouwburg voor een stad als Breda t moet eigenlijk een zaal voor 1.100 personen en een c zaal voor 400 personen bevatten. Dat is de minima- w le voorziening voor een stad als Breda. t j De heer HENDRIKSEN: De wethouder praat over z een behoorlijke schouwburg, maar ik meen dat de t heer Paquay zojuist heeft aangegeven dat je aan schouwburgen en schouwburgbezoek ook andere normen c kunt stellen. Met het oog daarop is een schouwburg- t beleid, gericht op decentralisatie, best een moge- c lijkheid. n Wethouder SANDBERG: Ik beantwoordde niet een r vraag van de heer Paquay, maar een vraag van de z heer Gielen. De heer Gielen vond het kinderachtig 2 van mij dat ik een bedrag van 30 miljoen voor v een nieuwe schouwburg noemde. In dat verband sprak ik niet over zaaltjes in deze stad, maar over een schouwburg en wij weten allemaal waarover wij dan praten. Volgens uitgebrachte rapporten zal een schouwburg voor een stad als Breda tussen de 20 miljoen en de 33 miljoen kosten. Voor zo'n bedrag kun je een schouwburg realiseren met mini- maal een zaal voor 1.100 personen en een zaal voor j 400 personen en maximaal je kunt het dan overi gens natuurlijk nog veel duurder maken met een aantal zalen, aangepast aan een diversiteit aan uitvoeringen, welke zalen eventueel zelfs zodanig flexibel kunnen worden ingericht dat je ruimten aan elkaar kunt schuiven. Het gaat hierbij om iets heel anders dan datgene waarnaar de heer Paquay heeft gevraagd en waarop ik dadelijk nog zal in- gaan. c Ik merk in de richting van de heer Gielen ver- der nog op dat wij indertijd 158.000,hebben c geïnvesteerd om gedurende enige tijd de toren

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 915