m 25 JUNI 1979 918 De heer GIELEN: Ik ben blij met de wijze waar op de wethouder op mijn vragen heeft geantwoord. Hij zal begrijpen dat wij de ontwikkeling inzake verbouw of nieuwbouw met betrekking tot de stads- r schouwburg kritisch zullen gaan volgen. Ik verzoek de wethouder in de onderzoekscommissie toch de vraag aan de orde te stellen of de grote zaal en - het toneel van de stadsschouwburg eventueel voor de zojuist door mij genoemde activiteiten kunnen worden gebruikt. Als de wethouder dat toezegt gaan d wij graag met dit voorstel mee. De VOORZITTER: Begrijp ik goed dat u met dit voorstel wilt meegaan? De heer EISSENS: De wethouder zal natuurlijk wel op de vraag moeten antwoorden. Wethouder SANDBERG: Bij de voorbereiding speelt natuurlijk het hele verhaal een rol, want k- we zijn er nog lang niet met de stadsschouwburg en er zal nog een heel uitvoerig preadvies moeten wor den uitgebracht. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna over eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethou ders besloten. 42. Bijlage nr. 201: VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT INSTEMMING MET DE AANPAK OP KORTE EN LANGE TERMIJN VAN DE PROBLEMATIEK M.B.T. PERIFERE DETAILHANDELSVESTIGINGEN EN TOT HET NEMEN VAN VOORBEREIDINGSBESLUITEN VOOR VERSPREIDE GEBIE DEN. (D) Mevrouw DEN OUDEN-JANSENDe C.D.A.-fractie heeft met instemming kennis genomen van het voor stel van b. en w. tot het nemen van voorbereidings- besluiten voor een aantal verspreide gebieden die als onbeschermd kunnen worden aangemerkt. Wij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 918