919 25 JUNI 1979 betuigen onze instemming met des te meer genoegen omdat het voorstel royaal binnen de door de wethou der op 23 april jongstleden genoemde termijn van een halfjaar ter tafel is gebracht. Wij delen uw bezorgdheid ten aanzien van ontwikkelingen die in het verleden vrijwel ongehinderd konden plaatsvin den en die in zekere zin de- kwalificatie van wild groei verdienen. Met het oog op de langdurigheid van de te doorlopen procedures zullen wij graag zien dat deze kwestie met voortvarendheid wordt aangepakt, opdat de geplande tijdschema's worden gehaald. Niet alle witte vlekken zullen onder deze maatregel vallen en wij nemen aan dat het hierbij gaat om de meest dringende gevallen. Wellicht kan worden overwogen voor alle witte vlekken voorberei- dingsbesluiten te nemen en tegelijkertijd binnen de regio aan te dringen op het volgen van deze ge dragslijn. Wethouder VAN DUN: Ik dank de C.D.A.-fractie voor haar instemming met dit voorstel, en ik wil meteen zeggen dat voortvarendheid inderdaad wordt betracht. Hoewel het wellicht wat merkwaardig klinkt, kan ik zeggen dat ondanks de druk waarvan sprake is bij de afdeling stedebouw van de dienst openbare werken wij toch de pretentie hebben dat wij binnen een jaar met een bestemmingsplan te dien aanzien kunnen komen. Ik meen bij voorbaat al te moeten zeggen dat men voor wat dat bestemmingsplan betreft geen te detaillistisch idee moet hebben. Het zal vermoedelijk in formele zin een neerslag zijn van datgene waartoe wij nu besluiten. De stek ken zijn in ieder geval zo uitgezet dat wij binnen een jaar na het nemen van dit voorbereidingsbesluit met bestemmingsplannen voor de onderhavige gebie den kunnen komen. Mevrouw Den Ouden heeft vervolgens namens haar fractie gevraagd of het mogelijk is alle wit te vlekken op deze manier in te vullen, maar dan is er sprake van overtillen. Wij hadden dan ook

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 919