25 JUNI 1979 920 geen procedure van zeven jaar ten aanzien van de binnenstad behoeven te volgen, want dan hadden we ook voor dat gebied op deze manier kunnen handelen. Ik meen dat gelet op het functioneren van de binnen stad deze invulling prioriteit moet hebben en ik hoop dat wij de overige gebieden in de binnenstad, waarvan ik begrijp dat die mevrouw Den Ouden even eens ter harte gaan, op de reguliere manier kunnen invullen De heer DE BROUWER: Kan de wethouder toezeggen dat burgemeester en wethouders geen gebruik zullen maken van artikel 19 van de wet op de Ruimtelijke Ordening, zo lang de desbetreffende bestemmingsplan nen nog niet ter visie zijn gelegd? Wethouder VAN DUN: Nee, mijnheer de voorzitter Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna over eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethou ders besloten. 43. Bijlage nr. 202: VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET AD 70.000,TEN BEHOEVE VAN EEN VERKEERSON- DERZOEK VOOR DE BINNENSTAD NOORD-OOST DOOR EEN EXTERN BUREAU. (D) De heer GARRITSENDit stuk behelst in feite een nadere uitwerking van een stuk van de binnen stad, verband houdend met het verkeerscirculatie plan. Ik heb hier al meermalen betoogd dat ik ei genlijk sterk afwijzend sta tegenover het verkeers circulatieplan en het zal u dan ook duidelijk zijn dat een verdere uitvoering van dat plan, waarbij een detail nader moet worden uitgezocht, voor ons niet nodig is. Wij vinden dat het hele verkeerscir culatieplan op de helling zou moeten en om die re den zal ik tegen dit voorstel stemmen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 920