25 JUNI 1979
924
dat de heer Van Dun suggereert dat er een nieuwe
bouwaanvrage ligt. Als dat zo zou zijn zouden
b. en w. inderdaad de gevraagde vergunning kunnen
verlenen, maar bij mijn weten gaat het niet om een
nieuwe aanvraag maar om een oude ten aanzien waar
van de raad heeft gezegd dat die niet moest worden
gehonoreerd. De raad zou derhalve op zijn beslis
sing moeten terugkomen en b. en w. kunnen dat niet
doen aan de hand van een fictie.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna deze
notitie voor kennisgeving aangenomen.
46. Bijlage nr. 205:
VOORSTEL TOT GOEDKEURING VAN CONCEPT-STATUTEN
VAN "HET VOORMALIG GASTHUIS". (P)
De heer HENDRIKSENEigenlijk zou Jan Oomen
vanavond over dit punt het woord voeren als zijnde
deskundig op het gebied van oude mannen, maar hij
is met vakantie en daarom moet ik dat van hem over
nemen, wat ik overigens met plezier doe. U weet
dat de heer Oomen vier jaar lang op alle mogelijke
plaatsen te pas en te onpas over het oude mannen
huis heeft gesproken,omdat daaromtrent erg veel
onduidelijkheden bestonden.Onze fractie is er daar
om erg blij om dat door het voorstel van vanavond
op een groot aantal punten duidelijkheid wordt ge
schapen. Ik merk hierbij nog wel op dat het college
en de raad daarbij in zekere zin zijn geholpen door
voorschriften van de zijde van de rijksoverheid,
welke vroegen om duidelijkheid en helderheid binnen
een bepaalde termijn. Naar aanleiding daarvan ligt
vanavond het een en ander uitgewerkt voor ons. Wij
hebben geconstateerd dat op een aantal punten de
raad vrij duidelijk de vinger aan de pols blijft
houden en wij vinden dat een goede zaak omdat een
fonds als dit als zodanig wat bedenkingen kan op
roepen in het kader van het hele financiële beheer
en beleid van de gemeente. Doordat evenwel een vin
ger aan de pols kan worden gehouden in verband met