25 JUNI 1979 926 de wethouder vragen in de commissie heb ik dat ook al gedaan of zij in het Woonwagenschap onze suggestie zou willen overbrengen. De heer GARRITSEN: Als ik het goed heb begre pen moet de verordening die nu ter goedkeuring voor ons ligt door het Woonwagenschap worden vastgesteld Dit is een verordening die de woonwagenbewoners in sterke mate aangaat, want er staan allerlei regels in omtrent het gebruik van het woonwagenkamp en ten aanzien van wat er moet gebeuren als er te veel woonwagens komen. In de commissie is dan ook ge vraagd of de woonwagenbewoners van deze regeling op de hoogte zijn. Dit bleek niet het geval te zijn en om die reden is van de zijde van de betreffende wethouder een brief naar het college uitgegaan, waarin is verzocht de ontwerp-verordening ter ken nis te brengen van de bewoners van het Drie Konin genoord alvorens de verordening door het Woonwagen schap wordt vastgesteld. In de betreffende verga dering van de commissie is er zeker van mijn kant uitdrukkelijk voor gepleit met deze mensen in over leg te treden en de verordening niet alleen te hun ner kennis te brengen, want ik meen dat dat erg weinig zin heeft. Ik wil daarom het college vragen of het het standpunt dat in de brief is verwoord niet wat meer wil aanscherpen in die zin dat er werkelijk overleg met de mensen zal worden gepleegd alvorens de verordening wordt vastgesteld. Ik wil vervolgens nog een vraag stellen die hiermee tamelijk direct heeft te maken. In verschil lende artikelen komen nogal wat zaken aan de orde die betrekking hebben op de brandveiligheid van het woonwagencentrum. Is inmiddels daaraan al iets ge daan? Begin van dit jaar is ons in de commissie toegezegd dat er maatregelen zouden worden genomen als de vorst uit de grond zou zijn, maar mijn in formaties luiden dat er tot op dit moment nog he lemaal niets is gedaan, terwijl op het woonwagen kamp Drie Koningenoord de brandveiligheid een ui terst precaire zaak is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 926