935 25 JUNI 1979 heeft gegeven. Kortom, wij hebben geen antwoord ge kregen Wethouder VAN DUN: Het zou een onbetamelijk voorschot zijn op een discussie die nog in de raad moet worden gevoerd over een stuk dat de raad nog niet kent, wanneer ik nu met de heer De Brouwer van mening zou gaan verschillen over de hoogte van de tarieven, tegen de achtergrond van de bedoeling van de parkeergarages. Ik geef toe dat deze tari fering tamelijk arbitrair kan worden genoemd, maar ik geloof niet dat het goed zou zijn daar nu over te gaan discussiëren en met D'66 principieel van mening te gaan verschillen; ik leen mij daartoe op dit moment niet. De heer BROOIMANS: Mogen wij als raad verwach ten dat het college de tarifering tegen het eind van de eerste termijn nog eens aan de orde stelt, met name ook omdat de wethouder heeft verklaard dat de tarieven niet beleidsmatig zijn onderbouwd? De heer DE BROUWER: Ik wil graag nog een in terruptie maken, daar het onze fractie meestal niet geoorloofd is in derde termijn nog iets te zeggen. Wij hebben ook nog geen commentaar gehoord op onze stelling dat de binnenstadsbewoners gratis van de parkeergarage gebruik zouden moeten kunnen maken. Naar onze mening dient een dergelijke rege ling nü in te gaan; daarmee behoeft niet tot 1980 te worden gewacht. Wethouder VAN DUN: Ik kan het in deze derde termijn erg kort maken. Ik meen de heer Brooimans te kunnen contenteren met de mededeling dat de ta rieven straks gekoppeld zullen moeten zijn aan de totale exploitatie van het totale parkeergebeuren U weet dat het een doelstelling van de gemeente Breda is mijns inziens is dat in het verleden luid en duidelijk verteld de totale exploitatie van het parkeergebeuren, dus inclusief

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 935