25 JUNI 1979 938 erkend dat het een goede zaak kan zijn als de ge meente zich betrokken voelt bij zaken rond de ont wikkelingssamenwerking. Achterstandsituaties liggen niet alleen voor Breda voor het oprapen, al is het nog niet iedereen duidelijk waar die hier precies liggen. Het zal in elk geval wêl iedereen duide lijk moeten zijn dat er achterstandsituaties aanwe zig zijn in ontwikkelingslanden, ten aanzien waar van wij als Bredase overheid de handen uit de mou wen zouden kunnen steken. Wij hopen dat dit laat ste vanavond inderdaad zal gebeuren met een inder daad vrij marginaal bedrag dat kennelijk op een achternamiddag even is gevonden en dat uit één be paalde portefeuille afkomstig is. Onze fractie te kent hierbij aan dat het het college niet zou mis staan wanneer iedere portefeuillehouder eens in zijn eigen portefeuille zou gaan zoeken. Dit brengt mij natuurlijk ook nog even op het geen op het ogenblik vanuit de stichting wordt ge daan ten aanzien van het Mandaka-projectal wil ik dat project als zodanig nu niet bespreken, want dat vind ik geen zaak voor deze raad, maar voor in dividuele partijen en individuele vertegenwoordi gers binnen het stichtingsbestuur. Ook vinden wij dat een eventueel niet goed marcheren van die stichting in eerste instantie daar aan de orde moet worden gesteld. Wij vinden het dan ook onjuist dat mevrouw Saelman haar verzet tegen het participeren in activiteiten rond het Mandaka-project van de gemeente heeft gesteld in het licht van het feit dat er iemand in het bestuur van deze stichting zit die op andere fronten heeft laten zien dat hij bepaalde zaken wellicht niet aan kan. Mevrouw SAELMAN-BOELENIk wijs er nogmaals op dat de gemeente daarbij 120.000,-- heeft in geboet. Het is dan toch wel wat vreemd dat wij als gemeente hieraan deelnemen. De heer HENDRIKSEN: Dat laatste was mij al be kend, want dat is naar voren gekomen naar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 938