23 AUGUSTUS 1979 959 kunnen vormen. ANTWOORD De N.O.S. is verzocht de integrale tekst van be doelde televisie-uitzending toe te zenden. Zodra in ons bezit zal deze voor de raad ter visie wor den gelegd. VRAAG (d.d. 17-5-1979 gesteld ing. art. 40, 2e lid R.v.O. De heer TEN WOLDE: Het is mij tijdens deze vergadering opgevallen dat de P.v.d.A.-wethouders enkele malen ordevoorstellen hebben gesteund, hoe wel de aanvaarding van deze ordevoorstellen door de betrokken wethouder werd ontraden. De P.v.d.A.- wethouders hebben niet om collegeberaad gevraagd en ik zou dan ook de volgende vragen willen stel len Hebben de P.v.d.A.-wethouders volledige mach tiging om zonder voorafgaande ruggespraak met het college vóór ordevoorstellen te stemmen. Zo nee, is dit gedrag dan in overeenstemming met de geest van de bij de collegesamenstel ling gemaakte afspraken over de wijze van be sturen? ANTWOORD Het program op hoofdpunten voor de raadsperiode 1978-1982, zoals overeengekomen door de fracties van C.D.A.P.v.d.A. en V.V.D. in de gemeenteraad van Breda, bepaalt in punt II-3 o.m.dat "voor belangrijke gevallen waarin geen gezamenlijk stand punt kan worden verkregen als gevolg van verschil len in uitgangspunt en visie, het minderheidsstand punt gemotiveerd in de toelichting van een raads voorstel zal worden opgenomen. In de raad kan dit worden verdedigd en in een afwijkende stemming tot

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 959