96
15 FEBRUARI 1979
de verklaring van de rechten van de mens zoals
aangenomen in de Verenigde Naties?
9. Hoe is de algemene beleidslijn ten aanzien van
het tonen van legimitatiebewijzen en bevelen
tot huiszoeking, waar dan ook in Breda?
ANTWOORD
ad 1
Bij de politie bestond in het onderhavige geval
het vermoeden, dat in het betrokken pand vuurwa
pens voorhanden waren. Op grond daarvan hebben
twee rechercheurs ter plaatse een onderzoek inge
steld. De politie-ambtenaren hebben zich aan de
betrokken buitenlander mondeling als zodanig ken
baar gemaakt. Een nadere legitimatie middels een
legimitatiebewijs is volgens artikel 14 van de
ambtsinstructie voor het politiepersoneel van de
gemeente Breda noodzakelijk, indien daartoe een
verzoek wordt gedaan door betrokkene. Een derge
lijk verzoek is in dit geval niet gedaan.
ad 2
Tot de verblijven van andere personen in het be
treffende pand hebben de politie-ambtenaren zich
geen toegang verschaft.
ad 3en 4
Het optreden betrof de opsporing van een strafbaar
feit, namelijk het zonder vergunning voorhanden
hebben van een vuurwapen (artikel 15 Vuurwapenwet
1919)In een dergelijk geval is aan de opsporings
ambtenaar de bevoegdheid verleend om huiszoeking
te verrichten, daar waar hij dat nodig acht.
Een last tot binnentreden, opgemaakt door een of
ficier of hulpofficier van justitie, dient getoond
te worden, indien de bewoner toegang tot de woning
weigert. Van een dergelijke weigering was hier
geen sprake.
Bij dit onderzoek troffen de politie-ambtenaren
een hier te lande - vermoedelijk illegaal - ver
blijvende buitenlander aan. De betreffende per^
soon is aangehouden en meegenomen voor nader