982
23 AUGUSTUS 1979
De brief d.d 9 april 1979 van de Werkgroep Geeren
Noord is door wethouder J. van Dun beantwoord op
17 juli 1979 nr. St/6/49141. Een afschrift daarvan
gaat hierbij.
Daaruit moge blijken, dat aan de onder 3. en 4. ge
vraagde bereidheid in dit stadium nog geen gevolg
kan worden gegeven.
Eerst dienen de aangekondigde gesprekken met de be
treffende werkgroepen en met het rijk te zijn ge
voerd
VRAAG (d.d. 27-5-1979 gesteld ing. art. 40,
2e lid R.v.O.
Mevrouw V. MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL en de heer
VAN DE STEENOVEN: Zoals te doen gebruikelijk in de
periode voorafgaande aan verkiezingen wilde de
P.v.d.A. afdeling Breda op zaterdag 26 mei j.l. op
de Grote Markt een informatiestand inrichten. Via
de gebruikelijke weg werd hiervoor vergunning aan
gevraagd én verleend. Wie schetst onze verbazing
toen partijgenoten op bovenvermelde zaterdagoch
tend ter plaatse te horen kregen dat geen stand
ter beschikking zou worden gesteld. Bij navraag
bij de politie werd medegedeeld dat dit gebeurde
i.v.m. de openbare orde en veiligheid. Later op
de dag bleek dat op de plaats waar normaal de
stands staan nu een terras van één van de Horeca-
instellingen aan de Grote Markt was ingericht. De
ze gang van zaken geeft ons aanleiding tot het
stellen van de volgende vragen:
1. Is het U bekend dat in 1977 en 1978 tijdens
het Jazz festival stands van de politieke
partijen op de Grote Markt waren opgesteld
en dit toen geen problemen voor het openbaar
verkeer, de openbare orde of veiligheid heeft
opgeleverd?
2Welke redenen waren voor U aanleiding om te
veronderstellen dat de aanwezigheid van stands